Krakende iconen
Iconen van het Bossche monumentenbehoud zijn ongetwijfeld Hein Bergé en Jan van der Eerden. Maar ook de kraakbeweging deed in de jaren zeventig en tachtig een duit in het zakje. Deze sociale beweging zette niet alleen de woningnood op de politieke agenda, maar leverde ook een grote bijdrage aan het behoud van belangrijke monumenten.
Oude fabriekspanden, nu vaak gekoesterd als industrieel-archeologisch monument, werden destijds alleen beschermd door krakers, kunstenaars en andere ‘alternatievelingen’. Met veel andere gebouwen was het al niet anders. Voorbeelden in ’s-Hertogenbosch zijn; de voormalige Rijks HBS aan de Hekellaan, Johannes de Deo aan het Nachtegaalslaantje, het Claraklooster in de Clarastraat en het Redemptoristenklooster in de Sint Josephstraat.
‘Het kostte bloed, zweet en tranen, maar dan heb je ook wat’, om een oude kraker te citeren.
Samen met Gertjan van Beijnum, Ton Heine, Theo op ten Berg en Nico van den Heuvel, werkte Frans aan een tentoonstelling over de rol van de kraakbeweging in de strijd voor het behoud van monumenten.
De tentoonstelling werd geopend op zaterdag 10 september om 10.00 uur door Jolanda van den Wildenberg, voormalig raadslid van stadspartij Knillis.
Tussen 13.30 en 15.00 uur vond in de Knillispoort een drukbezocht debat plaats. Deelnemers waren: Gertjan van Beijnum [oud-kraker, bewoner De Paap), oud-wethouder Ton Lensen, oud-raadslid Antoine Jacobs, Job Reeser kraker en bewoner Vliertstraat, Peter van Dooremalen, bewoner van Redemptoristenklooster en voormalig raadslid Groenlinks, Warren van Hoof van ’Groeps Bouw’ voor collectieve woonprojecten, Rob Koolen, actief in Komité Jongeren Huisvesting aan het einde van de jaren zeventig en bewoner Sintstraten.
In het november/decembernummer 2016 van Bossche Kringen verschijnt een artikel over de Bossche kraakbeweging en haar bijdrage aan het behoud van monumenten.