vrijdag 08 november 2002 – Het is zover, de fabriek van Goulmy & Baar aan de Boschdijkstraat wordt opgeknapt. Goulmy & Baar???, zult u zeggen. Het is toch Willem II. Nee dus, een HISTORISCHE VERGISSING van jewelste die al veel te lang de gevel van het gebouw ‘siert’. Welgeteld twee jaar – tussen 1929 en 1931 – maakte Willem II, afkomstig uit Valkenswaard, gebruik van de fabriek. Om andere fabrikanten – lees concurrenten – uit het gewilde ‘industriepaleis’ te weren. Daarna werd het stil in de fabriek. Verwaarlozing was het gevolg. Dat was heel anders toen de Bossche ondernemer Eugène Goulmy de fabriek stichtte en in gebruik nam.
Eugène Goulmy (1865-1951), geboren in ’s-Hertogenbosch, is ondernemer in hart en nieren. Op 1 juli 1890 richt hij, 25 jaar jong (!), samen met de financier-op-de-achtergrond Rudolf Baar de Nederlandse Sigarenfabriek Goulmy & Baar op. In 1894 openen ze op het Rokin in Amsterdam een fabriek. Ondertussen vestigt Eugène Goulmy zich ook in zijn geliefde ’s-Hertogenbosch in de Kruisbroederstraat. Die fabriek wordt snel te klein.
Op 18 juli 1898 opent Goulmy de grote fabriek aan de Boschdijkstraat, een ‘chateau d’industrie’, ontworpen door de bekende architect P. Th. Stornebrink. De nieuwe fabriek van Goulmy & Baar is een ‘modelfabriek’ en biedt op het hoogtepunt werk aan meer dan 500 mensen. Het is de grootste van het land en boegbeeld van een bloeiende Bossche sigarenindustrie. De Bossche, handgemaakte sigaar, zeker die van Goulmy & Baar, is een exportproduct van jewelste. Tot in China roken ze de Bossche sigaar. Na de Eerste Wereldoorlog gaat het mis met de Bossche sigaar. De machinaal bereide sigaar en de sigaret winnen het.
Als succesvol ondernemer handelt Eugène Goulmy ‘maatschappelijk verantwoordelijk’. In 1894 staat hij aan de wieg van een bedrijfsharmonie, al gauw bekend als ‘de muziek van Goullemie’, in ’sHertogenbosch geliefd maar ook in veel andere steden. Als Koninklijke Harmonie bestaat het corps nog steeds.
Rond de eeuwwisseling is Goulmy lid van de gemeenteraad. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (19141918) trekt hij zich het lot aan van de oorlogs(wees)kinderen uit België, Duitsland en Oostenrijk. Als lid van het hoofdbestuur van het RK Huisvestingscomité (later Stichting Mensen in Nood) gaat hij zelf op reis om de kinderen op te halen.
Als de oorlog eenmaal voorbij is, verbindt Eugène Goulmy zich met de Bossche Voetbal Vereniging (BVV). Het is de eerste Bossche voetbalclub met een arbeidersachtergrond. Goulmy wordt beschermheer en wordt sponsor avant la lettre. Bij de opening van een nieuwe overdekte tribune in 1920 zegt Goulmy onder meer: ‘Gij leden van BVV wenschte niet uwe tijd te verdoen in café’s of te slenteren langs de straat, doch gebruikte dien tot een beter doel in uw sportbeoefening’. En vandaag… Eugène Goulmy, en in zijn kielzog Rudolf Baar, gaven de stad een mooi fabrieksgebouw, erkend als rijksmonument en straks een mooie cultuurfabriek. Dan noem je zo’n gebouw toch niet naar een voetbalclub uit Tilburg of een sigarenfabrikant uit Valkenswaard.
Frans van Gaal
Belangstellenden voor cultuurhistorie kunnen zich voor meer informatie wenden tot de Cultuurhistorische vereniging ‘De Boschboom’, Frans Peters, telefoon: (073) 6144466 of www.boschboom.nl.