zondag 27 april 2014 –
Agora… in het oude Griekenland was het de plek waar het sociale leven zich afspeelde. Het was de ontmoetings- en vergaderplaats voor de vrije burgers. Daar kon je vrijuit en open voor je mening uitkomen. Nu komt er een Bossche Agora op het GZG-terrein met de Bibliotheek en het Stadsarchief als dragers, een ‘een culturele verzamelplaats waar historie, heden en toekomst de Bosschenaren verbindt’. Of het in openbaarheid zal gaan, het is een vraag. Neem Jan Nelissen, geëngageerde Bosschenaar en Muzerijebestuurder. Jan weet waar hij het over heeft. De Muzerije is de buurman van de bibliotheek en kreeg de afgelopen jaren draconische bezuinigingen te verwerken.
Jan schreef open en bloot in het Brabants Dagblad een gastopinie, toch helemaal in de geest van een Augora. Jan vindt het plant te duur. Het is overbodig, want de bibliotheek zit toch al op een toplocatie. Waarom werkt de bibliotheek trouwens niet samen met de Muzerije?, aldus Jan. Had Jan niet moeten schrijven. ‘Die opmerking is in het verkeerde keelgat geschoten’, stelde een topambtenaar op het stadskantoor. En de ambtenaar zei vervolgens wat wethouder Wijers moest gaan denken: ‘Het frustreert de ambitie van de wethouder voor de vernieuwing van de bibliotheek. Daar gaat de wethouder, de bieb, maar ook De Muzerije last van krijgen’. De toon was gezet. ‘Pas nog dat gedoe met de Bartenbrug, eerder al Ponte Palazzo en dan nu eerlijk toegeven dat het we het GZG-terrein niet vol krijgen zonder Agora… dat kan niet naar buiten’ stelt een topambtenaar van Stadsontwikkeling vast. ‘Dan maken we van Agora toch een doofpot’, stelt een ambtenaar met gevoel wat ie op het juiste moment moet zeggen. YES!!!… klinkt het enthousiast uit de kelen van de ambtenaren van de dienst Stadsontwikkeling en Cultuur. Iedereen in koor: ‘D’r moet meer in de doofpot’. ‘Hou het besloten, geheim, daardoor exclusief en nodig dan de raadsleden uit’, zo formuleerde een strategic communication consultant, ingehuurd door Stadsontwikkeling. En ja, op 2 april jl. vond er een besloten bijeenkomst plaats voor raadsleden over het GZG-terrein. De boodschap was helder en doorzichtig. Had enkele dagen daarvoor een snuggere een ingezonden brievenschrijver in het Brabants Dagblad al niet geschreven: ‘Op het GZG-terrein vallen gaten. Daarom is de Agora nodig!’ Januari 1965: een strijdbare advocaat Hein Bergé gaf een interview aan KRO Brandpunt. Hij stak zijn mening niet onder stoelen of banken en reageerde recht voor zijn raap op het zogeheten Structuurplan 1964. De jaloerse blik richtend op Tilburg en Eindhoven, ontwikkelde het stadsbestuur een plan om de binnenstad te ontsluiten voor de auto. Monumenten waren een probleem, middeleeuwse stratenpatronen een sta-in-de-weg. De gemeenteraad had nog slechts in beslotenheid over het plan vergaderd. Raadsleden mochten niets naar buiten brengen. Een ziedende burgemeester Lambooy sprak van ‘maatschappelijk onverantwoord gedrag.’ Bergé’s optreden was een ‘dolksteek in de rug.’ Lambooy was als regent de doofpot gewend. Dat zou met ambtenaren die een Augora willen toch anders moeten zijn.
Frans van Gaal