zaterdag 07 maart 2015 – ‘Ieders waarheid is verschillend’, stelt Edward de Bono. We kijken allemaal met een gekleurde bril om ons heen. De mijne is gekleurd in de jaren ’60 en’70. Ik hield er een ‘linkse blik’ aan over. Zo ben ik blij met het verzet van studenten in ‘kleine talen’ tegen het waanzinnige rendementsdenken in het onderwijs. De nieuwe versie van de Maagdenhuisbezetting, georganiseerd met social media, wat wil je nog meer? Jet Bussemaker wilde ‘competente rebellen’. Ze wordt op haar wenken bediend. Ik ook trouwens. Ik hoef de VééVééDéé niet meer te ontmaskeren. Dat doet ze zélf, volijverig als Volkspartij voor Vrije Declaraties (vrij naar Pieter Derks).
Als voorstander van zelfemancipatie ben ik blij met wat in Griekenland gebeurt. De mensen hebben genoeg van de eurocraten en nemen met Syriza hun eigen lot in handen. De Spanjaarden, Italianen en Portugezen zullen volgen. Niet gek, vooral in Zuid-Europa gaan miljoenen Europeanen gebukt onder een onmogelijke gezamenlijke munt voor bijna dertig heel verschillende landen. Mensen zoeken daarom hun eigen oplossingen voor massawerkloosheid, sociale ontwrichting, armoede en ontoegankelijke zorg. Ze laten het niet langer over aan eurocraten en bankiers. Zo rukt ook de regionale of stadsmunt op. Op Sardinië rekenen ondernemers onderling af in de Sardex. Inmiddels circuleert een bedrag gelijk aan 75 miljoen euro. Het Engelse Bristol met meer dan een half miljoen inwoners kent ook zijn eigen munt: de Bristol Pound, een begrip. De stad is zo veel meer zelfvoorzienend en met één lokale munt steunen inwoners van de stad elkaar heel rechtstreeks. Er zijn al voorbeelden van een stads- of wijkmunt dichtbij huis. Rond het Makassarplein in Amsterdam gaat sinds april 2012 de Makkie van hand tot hand. In Rotterdam kennen ze de DAM. Een aantal inwoners van ’s-Hertogenbosch gebruikt al enkele jaren de ‘Niks’ ter ondersteuning van hun onderlinge ruilhandel. Stel je voor… als vrijwilliger en inwoner van ’s-Hertogenbosch krijg je betaald met een Bossche dukaat. Je doet boodschappen voor enkele minder mobiele buurtbewoners en daar krijg je dukaten voor. Met de door jou verdiende dukaten ga jij naar de buurman. Die verzorgt jouw wat gecompliceerde belastingaangifte. Hij gaat op zijn beurt naar een film in de Verkadefabriek. Daar betalen ze hun vrijwilligers met dukaten. Onderling ontstaat zo een levendige ruilhandel. Met de dukaat kun je vervolgens ook terecht bij het Theater aan de Parade, het museum, het Jheronimus Bosch Art Center, de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, de kringloopwinkel, de kunstuitleen, de Bossche sportvereniging en het zwembad. Bossche ondernemers kunnen zich ook aansluiten. Met de dukaat ben je niet arm als je geen geld hebt. Je bent het alleen als je niets te bieden hebt. Stel, wethouder Paul Kagie komt tot de conclusie dat deze suggestie hem kan helpen in zijn strijd tegen sociale uitsluiting. Hij hoeft de dukaat zelf niet in te voeren. Dat doen de mensen wel. Hij hoeft alleen maar te faciliteren. In dat geval ziet mijn ‘linkse blik’ een Bossche Jan Schaefer in hem. U weet wel, de Amsterdamse PvdA-wethouder (1940-1994), die zo heerlijk zichzelf bleef in zijn spijkerpak.
Frans van Gaal